In het westen hebben we een wetenschappelijke medische aanpak. Op veel gebieden (zoals chirurgie, geneesmiddelen) werkt dat goed. Toch hebben tal van patiënten het gevoel dat de behandeling zich beperkt tot het bestrijden van de ziekte en de symptomen. Het neemt niet de algemene beleving van de ziekte als uitgangspunt van behandeling.
Acupunctuur is een traditionele Chinese geneeswijze die al zo’n 3500 jaar bestaat. Het is nauw verbonden met de Chinese filosofie. Een uitgangspunt van acupunctuur is dat iedereen die leeft, ‘levensenergie’ bezit. Levensenergie, ook wel Chi genoemd, stroomt in het lichaam door meridianen. Meridianen zijn de energiebanen van het lichaam. Verstoring in deze energiestroom kunnen resulteren in lichamelijke of psychische klachten. Met acupunctuur wordt de energie in balans gebracht door aanraking van speciale punten in het lichaam.
Er wordt gebruik gemaakt van hele dunnen naaldjes (acus) deze zijn niet te vergelijken met de dikke injectienaalden uit het ziekenhuis. De naaldjes worden op specifieke plaatsen (acupunctuurpunten) in de huid gestoken (punctuur), waarna in het lichaam verschillende biologische reacties ontstaan die meetbaar zijn. Zo ontstaan er reacties plaatselijk in de huid. Hartslag, bloeddruk, darmbeweging en zelfs hormoonafgifte aan het bloed kunnen beïnvloed en gemeten worden.